Het proces

Bookmark and Share De voegen van de gevels vervangen gaat als volgt in zijn werk. De muur wordt eerst geïnspecteerd. Eventuele los zittende gevelstenen worden vast gemetseld en kapotte er uit gehaald en vervangen.

De oude, versleten voegen worden uitgeboord met een slijpschijf of uitgehakt met een hamer en beitel. Het stof dat daarbij vrij komt wordt weg geborsteld. Andere vervuiling wordt verwijderd met water.

De kleur van de voegmortel wordt gemaakt aan de hand van de functie van de gevel, de dakbedekking en de ramen. Lichte voegen zorgen voor een lichtere gevel, donkere voegen logischerwijs voor het tegenovergestelde. Ook kan de kleur van de gevelstenen worden aangehouden. Een gevel krijgt dan een egaal aanzicht.
 
Voordat de voeger begint, moet er een voegtype worden bepaald. Er zijn verschillende soorten voegen (link) zoals een borstelvoeg, knipvoeg, snijvoeg of schaduwvoeg. Als dit bepaald is kan de voeger beginnen met het zetten van de voegen.

Uiteindelijk wordt de muur afgeborsteld om overtollig specie weg te vegen en nat gespoten. Sommige gevelstenen onttrekken te veel vocht aan de voegspecie waardoor deze vroegtijdig uitdroogt. De muur moet met een afdekzeil worden afgedekt als het zo hard regent dat de voegen uitspoelen.

Vervolgens kan er voor gekozen worden om de gevel te impregneren. De gevel blijft hierdoor schoner en droger en de voegen langer goed. De muur wordt langdurig beschermd tegen vuil, vocht en schimmel. Ademend impregneermiddel laat het vocht van binnen weg, het vocht van buiten parelt af.

Tijdens het voegen kan de gevel gelijk gereinigd worden zodat de gevel weer van optimale kwaliteit is en goed onderhouden. Dit is verstandig te doen als ook de gevel geïmpregneerd wordt.